Wet op de loonbelasting 1964 [Tekst geldig vanaf 01-01-2021 tot 22-01-2021]
- Opschrift
- Wet op de loonbelasting 1964
- Hoofdstuk I. Belastingplicht
- Hoofdstuk II. Voorwerp van de belasting
-
Hoofdstuk IIA. [Vervallen per 01-01-2011]
- Artikel 15 [Vervallen per 01-01-2011]
- Artikel 15a [Vervallen per 01-01-2011]
- Artikel 15b [Vervallen per 01-01-2011]
- Artikel 15c [Vervallen per 01-01-2011]
- Artikel 15d [Vervallen per 01-01-2011]
- Artikel 16 [Vervallen per 01-01-2004]
- Artikel 16a [Vervallen per 01-01-2011]
- Artikel 16b [Vervallen per 01-01-2004]
- Artikel 16c [Vervallen per 01-01-2007]
- Artikel 17 [Vervallen per 01-01-2011]
- Artikel 17a [Vervallen per 01-01-2011]
- Hoofdstuk IIB. Pensioenregelingen
- Hoofdstuk IIC. [Vervallen per 01-01-2012]
-
Hoofdstuk III. Tarief
- Artikel 20
- Artikel 20a
- Artikel 20b
- Artikel 21
- Artikel 21a
- Artikel 21b
- Artikel 21c
- Artikel 22
- Artikel 22a
- Artikel 22abis [Vervallen per 01-01-2018]
- Artikel 22aa
- Artikel 22b
- Artikel 22c
- Artikel 22ca [Vervallen per 01-01-2012]
- Artikel 22d
- Artikel 23
- Artikel 24
- Artikel 25
- Artikel 26
- Artikel 26a [Vervallen per 01-01-2001]
- Artikel 26b
- Artikel 26c [Vervallen per 01-01-2001]
- Hoofdstuk IV. Wijze van heffing
- Hoofdstuk V. Heffing van de inhoudingsplichtige
- Hoofdstuk VA. Belastingheffing bij verrekening van sociale uitkeringen
- Hoofdstuk VB. Belastingheffing bij uit hoofde van een dienstbetrekking af te staan loon
- Hoofdstuk VI. Aanvullende regelingen
- Hoofdstuk VIA
- Hoofdstuk VII. Belastingheffing van artiesten en beroepssporters
- Hoofdstuk VIIA. Belastingheffing van buitenlandse gezelschappen
- Hoofdstuk VIIB. Horizonbepaling
-
Hoofdstuk VIII. Overgangs- en slotbepalingen
- Artikel 36
- Artikel 36a
- Artikel 36b
- Artikel 36c
- Artikel 37 [Vervallen per 01-01-2014]
- Artikel 38 [Vervallen per 01-01-2010]
- Artikel 38a [Vervallen per 01-01-2005]
- Artikel 38b
- Artikel 38c
- Artikel 38d
- Artikel 38e
- Artikel 38f
- Artikel 38g
- Artikel 38h
- Artikel 38i
- Artikel 38j [Vervallen per 01-04-2017]
- Artikel 38k [Vervallen per 01-01-2018]
- Artikel 38l [Vervallen per 01-01-2019]
- Artikel 38m [Vervallen per 01-04-2017]
- Artikel 38n
- Artikel 38o [Vervallen per 01-01-2020]
- Artikel 38p
- Artikel 38q [Vervallen per 01-01-2020]
- Artikel 39
- Artikel 39a [Vervallen per 01-01-2012]
- Artikel 39b [Vervallen per 01-01-2012]
- Artikel 39c [Vervallen per 01-01-2015]
- Artikel 39d
- Artikel 39e [Vervallen per 01-01-2019]
- Artikel 39f
- Artikel 39g
- Artikel 39h [Vervallen per 01-01-2017]
- Artikel 39i
- Artikel 40
- Slotformulier en ondertekening
Opschrift
Wet op de loonbelasting 1964
files Content
[Tekst geldig vanaf 01-01-2021 tot 22-01-2021]
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het Besluit op de Loonbelasting 1940 door een meer overzichtelijke en op verschillende punten herziene wettelijke regeling te vervangen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Hoofdstuk I. Belastingplicht
Artikel 1
files Content
Onder de naam 'loonbelasting' wordt van werknemers of hun inhoudingsplichtige, van artiesten, van beroepssporters, van buitenlandse gezelschappen en van bij of krachtens deze wet aan te wijzen andere personen een directe belasting geheven.
Artikel 2
files Content
Werknemer is de natuurlijke persoon die tot een inhoudingsplichtige in privaatrechtelijke of in publiekrechtelijke dienstbetrekking staat of van een inhoudingsplichtige loon geniet uit een vroegere privaatrechtelijke of publiekrechtelijke dienstbetrekking van hemzelf of van een ander, dan wel uit een bestaande privaatrechtelijke of publiekrechtelijke dienstbetrekking van een ander.
Degene die van een Nederlandse publiekrechtelijke rechtspersoon loon geniet uit een dienstbetrekking tot een niet-inhoudingsplichtige dan wel loon in de vorm van premies voor werkaanvaarding ten behoeve van uitkeringsgerechtigden, wordt geacht tot die rechtspersoon in dienstbetrekking te staan.
Tenzij werkzaamheden zijn of worden verricht in een functie van bestuurder of commissaris van een in Nederland gevestigd lichaam, dan wel in dienstbetrekking bij de Staat der Nederlanden of in het kader van een uitzending op grond van een verdrag waarbij de Staat der Nederlanden partij is, is het eerste lid niet van toepassing op personen die niet in Nederland wonen, met betrekking tot een geheel buiten Nederland vervulde dienstbetrekking. Voor werkzaamheden die zijn of worden verricht aan boord van schepen of luchtvaartuigen in het internationale verkeer van een onderneming waarvan de leiding in Nederland is gevestigd, is de eerste volzin slechts van toepassing indien wordt voldaan aan de in het vierde lid gestelde voorwaarden.
Het eerste lid is eveneens niet van toepassing op personen die niet in Nederland wonen, met betrekking tot een nagenoeg geheel buiten Nederland vervulde dienstbetrekking, anders dan de dienstbetrekkingen die in het derde lid, eerste volzin, zijn genoemd, indien:
het loon is onderworpen aan een belasting naar het inkomen die door of vanwege Aruba, Curaçao, Sint Maarten, de BES eilanden of een andere mogendheid wordt geheven, en
het loon niet op grond van een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting of op grond van enige andere regel van interregionaal of internationaal recht in feite slechts in Nederland aan een belasting naar het inkomen is onderworpen.
Het eerste lid is eveneens niet van toepassing op personen die niet in Nederland wonen, met betrekking tot een gedeeltelijk, maar niet nagenoeg geheel buiten Nederland vervulde dienstbetrekking, anders dan de dienstbetrekkingen die in het derde lid, eerste volzin, zijn genoemd, voorzover het loon uit die dienstbetrekking met inachtneming van verdragen waarbij de Staat der Nederlanden partij is, feitelijk is onderworpen aan een belasting naar het inkomen die door of vanwege Aruba, Curaçao, Sint Maarten, de BES eilanden of een andere mogendheid wordt geheven.
Het eerste lid is eveneens niet van toepassing op personen die als vrijwilliger uitsluitend vergoedingen of verstrekkingen ontvangen met een gezamenlijke waarde van ten hoogste € 180 per maand en € 1.800 per kalenderjaar. Hierbij wordt onder vrijwilliger verstaan degene die niet bij wijze van beroep arbeid verricht voor een algemeen nut beogende instelling, een sportorganisatie of een niet als zodanig aan te merken lichaam dat niet is onderworpen aan de vennootschapsbelasting of daarvan is vrijgesteld.
Bij het begin van het kalenderjaar worden de in het zesde lid genoemde bedragen bij ministeriële regeling vervangen door andere bedragen. Het bedrag per kalenderjaar wordt berekend door het te vervangen bedrag te vermenigvuldigen met de tabelcorrectiefactor, bedoeld in artikel 10.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001 , en vervolgens de nodig geachte afronding aan te brengen. Indien in het voorafgaande kalenderjaar een dergelijke afronding is toegepast, kan bij vervanging worden uitgegaan van het niet-afgeronde bedrag. Het bedrag per maand wordt berekend door het volgens de tweede zin berekende bedrag per kalenderjaar te vermenigvuldigen met 1/10.
Krachtens wettelijk vruchtgenot aan een kind ontleend loon wordt geacht door het kind te zijn genoten.
Loon in de vorm van periodieke uitkeringen welke van publiekrechtelijke aard zijn, kan in het kalenderjaar waarin de verstrekking van die uitkeringen aanvangt dan wel eindigt volgens bij ministeriële regeling te stellen regels worden geacht niet te zijn genoten door de werknemer doch door zijn partner in de zin van artikel 1.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001 .